Nieuwsbrief 23  © juli 2003 - 11e jaargang nr. 2 

De Westontakel
door Gert Huber

Op veel plaatsen in de Bob Evers serie doet de Schrijver moeite om het kennisniveau van de jongen van twaalf-jaar-en-ouder te verhogen. Met name neemt hij ruim de tijd voor het inzichtelijk maken van technische zaken, van de Hell-Schnell-zender tot het differentieel. Ik zie dit niet als bladvulling, maar als een wezenlijk onderdeel van de verhalen.

Zoals de meeste jochies van die leeftijd had ik veel interesse in techniek. Bij gebrek aan passieve vrijetijdsbesteding werd er dan ook veel geknutseld. Je kunt het je nu niet meer voorstellen, maar technische auteurs als Leonard Roggeveen ("Het Jongens Radioboek" en "Het Jongens Electriciteitsboek") gaven uitleg hoe je met behulp van een gedemonteerde contrastekker en een tussengeschakelde gloeilamp "veilig" met stroom uit het stopcontact kon spelen. Ik heb wat schokken gehad in die tijd. Aangezien juist in die periode bij ons in Den Haag de netspanning werd omgeschakeld van 110 naar 220 volt, heb ik het verschil tussen deze twee voltages letterlijk aan den lijve kunnen meemaken.

Veel van de technische zaken die door Van der Heide werden uitgelegd kende ik dus wel. Andere zeiden me niets, terwijl ook de uitleg me niet altijd helder was. Dat gold onder meer voor de Westontakel, die zo'n belangrijke rol speelt bij de ontsnapping uit de Zeeuwse schuur.

Doch ziet: Enkele jaren na eerste lezing van de beschouwing over dit nuttige hijsgereedschap bracht ik veel tijd door als jongste hulpje in een bootwerf annex jachtverhuur. Ik herinner me nog de warme gloed die mij doortrok toen ik in de werf onmiddellijk de Westontakels herkende, gebruikt om de boten in de winterberging te hijsen. In één oogopslag was duidelijk hoe het ding werkte.

Die gloed werd alras minder toen ik de takels zelf moest gebruiken. Het principe is schitterend: er kan eigenlijk niets aan kapot gaan, geen tandwielen of zo, alleen twee kogellagers. Een jochie van veertien kan moeiteloos een ton liften. In praktijk waren er toch wat bezwaren. De meters ketting op de grond als de takel in een hoge stand stond waren hinderlijk, reden waarom de takels een beperkt hijsbereik hadden. In ons geval hield dat in, dat ik de boten eerst met dommekrachten (die komen ook al in de serie voor) op moest krikken voordat het hijsoog door de stroppen kon en je met takelen kon beginnen. Oh, wat ging dat langzaam! Binnen de kortste keren stonken je handen vreselijk naar roestige ketting, en als je een keer geen zin had om werkhandschoenen aan te trekken kon je je flink bezeren als een vinger tussen ketting en leioog terecht kwam.

Het grootste probleem was uiteindelijk dat de takels zelf, inclusief al die meters ketting, zo vreselijk zwaar waren. Voor mij waren ze niet te tillen. De werf beschikte niet over een loopkat, zodat de takels telkens op andere plaatsen, met een lus om de balk, bevestigd moesten worden. Na enig experimenteren gebruikte ik een viervoudige grootschoot van een schouw om de Westontakel op zijn plaats te hijsen. Deze techniek, waar het ene hulpmiddel gebruikt wordt om het volgende hulpmiddel gebruiksklaar te krijgen, vinden we overigens ook terug bij het low-level opstarten van computers, maar dit terzijde.

Uiteindelijk werden de zware Westontakels vervangen door lichtgewicht aluminium rateltakels, waarbij de lier met staalkabel middels een hefboom telkens een "klik" verder gedraaid kon worden. Veel praktischer, maar omwille van het sentiment heb ik nog lang een oude Weston bewaard. Bij een verhuizing is die tenslotte bij het grof vuil beland, waar hij, voordat de ambtenaren kwamen om hun zo gewaardeerde reinigingsplicht te doen, al door een liefhebber werd meegenomen - wellicht dat een van de lezers hier meer van weet?

© 2003 Gert Huber

Naar de volgende pagina van deze Nieuwsbrief
Naar de inhoudsopgave van deze Nieuwsbrief
Naar het overzicht van alle nieuwsbrieven
Naar de index op de Nieuwsbrief
Naar het site-overzicht