Nieuwsbrief 7  © januari 1996 - 4e jaargang nr. 1 

Henk Bergman's column

M'N EIGEN BOB EVERS

Ooit ben ik aan m'n eigen Bob Evers begonnen. Het was in de tijd dat ik contact had met de uitgever omdat het in Cnall-effecten in Casablanca aangekondigde vervolg Een zee-gevecht met watervrees er bijna twintig jaar later - Willy van der Heide was inmiddels overleden - nog steeds niet was. Hoe dat toch kon, was mijn vraag geweest en de uitgever had mij verteld dat er weliswaar een half afgemaakt manuscript lag, maar dat een slepende rechtenkwestie met de erven Van der Heide er de oorzaak van was dat het niet afgemaakt en uitgebracht kon worden. Ik bood onmiddellijk aan het manuscript te voltooien wanneer de weg daarvoor vrij was. De uitgever antwoordde dat hij aan me zou denken (later bleek dat ene De Zwaan me voor was geweest...)

Geïnspireerd door dit contact ging ik achter mijn computer zitten en typte als oefening de eerste alinea van m'n eigen Bob Evers. Die ging als volgt: 'Arthur P. Roos, eigenaar en directeur van de gelijknamige rederij, haalde een zakdoek uit zijn broekzak en veegde voor de zoveelste maal die ochtend het zweet van zijn voorhoofd. Het was half elf op een knap warme dag in juni. Tot dan toe was het bepaald geen geluksdag geweest voor reder Roos. Hij was gewoontegetrouw om half zeven opgestaan, had koffie gezet en het ochtendblad doorgekeken. Dat was allemaal nog heel normaal. Maar bij het scheren had hij een flinke jaap in z'n linkerwang gemaakt. Met een bepleisterd gezicht was hij vervolgens op weg naar kantoor verstrikt geraakt in een verkeersopstopping die zelfs voor Amsterdamse begrippen uitzonderlijk was. Volstrekt tegen zijn gewoonte was hij dan ook pas om tien voor acht op zijn kantoor aan de Prins Hendrikkade, schuin tegenover het Centraal Station, gearriveerd. Dat was natuurlijk een slecht begin van de dag, want alle andere dagen was hij stipt half acht aanwezig. Het werd allemaal nog erger toen zijn secretaresse zich om half negen ziek meldde met een flinke zomergriep.' Einde citaat.

Zo gaat het de nodige bladzijden door, waarbij Roos bezoek krijgt van een vriend die hem vertelt dat hij zich bedreigd voelt door een vroegere Amerikaanse zakenrelatie en vraagt of de drie jongens niet voor een tijdje als zijn lijfwacht kunnen fungeren. Daarmee begint het avontuur.

Nee, afgemaakt heb ik het nog niet. Maar wie weet zie je ooit nog eens het boek Amok met een Amerikaan in de boekhandel liggen...

© 1996 Hans en Ton Kleppe, Jacoba van Heemskerckstraat 7, 3351 SP Papendrecht

Naar de inhoudsopgave van deze nieuwsbrief
Naar de rubriek "de Bob Evers-nieuwsbrief" (algemene informatie)
Naar de homepage