home  -  tijd in BEeld  -  bibliografie  -  werken  -  feuilleton  -  nieuwsbrief  -  de media  -  zeijlstra  -  zeerust  -  diversen

gepubliceerd op 31/07/2000
laatste wijziging 16/08/2018
reacties en suggesties: e-mail naar simon kuipers  
Terug naar de
vorige pagina

26 augustus 1993

Door Jan Koesen

Arie stak een van zijn hamhanden op. 'Humor van ome Jan' zei hij. 'Prins voor de fijne grappen. Voor elk probleem is een oplossing. We hebben een, half uur zitten bekvechten. Kunnen we niet minstens een half uur onze humoristische waffel houden en denken aan een oplossing?'
'Gelijk heb je,' zei Bob. 'Ik ga denken.' Hij rolde de riem op. trok zijn hoofd tussen zijn schouders en sloot zijn ogen.
Jan maakte een beweging of hij weer nijdig werd, zag dat zijn vrienden hem negeerden en ging toen ook hard zitten denken. Het leverde niets op. maar het kostte hem evenmin iets en dat hield hem tevreden.

Vijftig jaar geleden schiep de schrijver Willy van der Heide een volksheld: Bob Evers, een jongen die met de dikke Arie Roos en de zuinige Jan Prins overal in de wereld avonturen beleefde. Dezer dagen komt het veertigste deel uit: Schermutselingen bij een zandafgraving. In het najaar zal het vijfmiljoenste exemplaar worden verkocht.

Bob Evers. Alle middelbaren zijn ermee opgegroeid, maar ook de jeugd van Nike en Nintendo loopt met hem weg. Genegeerd door de kritiek, verguisd door het christelijke volksdeel, is Bob Evers al tientallen jaren een van de populairste literaire figuren van Nederland. En hoewel de schrijver al acht jaar dood is, komt er elk jaar een nieuwe Bob Evers uit. Niet meer geschreven door Van der Heide, alias Willem Waterman, alias Silvia Sillevis en alias Victor Valstar, maar door Peter de Zwaan te Enschede, chef kunstredactie van het dagblad Tubantia en daarnaast auteur van jongensboeken en thrillers.

Veertigplussers

De kameleontische schrijver blikt bescheiden naar de vloer. Die eerste druk zal in oktober wel uitverkocht zijn. Dat komt door de veertigplussers die alle Bob Eversen willen hebben in hun boekenkast. En de tweede oplage is voor de jeugd. De delen 41 en 42 liggen al bij de uitgever. Die brengt een deel per jaar uit." Er is een Bob Evers-genootschap, geleid door de veertigers Hans en Ton Kleppe uit Papendrecht, die ook de Bob Evers Nieuwsbrief uitbrengen.

Literatuur dus met de verschijningsregelmaat van nieuwe haring. Bob Evers. Een korte enquete op de redactie. Verrast opverende ogen, een blijde herinnering glimt op kaken, titels worden genoemd. "Ja natuurlijk ken ik Bob Evers. Ik heb hem verslonden. God, leeft Willy van der Heide de nog?"

Kroeg, drank en dame

Dat laatste is, zoals gezegd, niet waar. Willy van der Heide heette bij de burgerlijke stand Willem van den Hout, geboren 3 juni 1915 te 's Hertogenbosch. Een kleurrijke gedaante, niet wars van kroeg, drank en dame, een zwalkende, orerende en ruziemakende verschijning in de Amsterdamse grachtengordel (als zodanig vermeld in de gelijknamige sleutelroman van Geerten Meusing), nooit saai, en ondanks een turbulent sociaal leven minutieus wat zijn werk betrof. Hij ontmoette 25 jaar na diens verwekking zijn zoon Paul. "Zeg, dan moet jij Willem zijn." "En jij bent Paul. Kom, laten we er eentje nemen."

De formule van Bob Evers sloeg terstond aan. Peter de Zwaan: "In die tijd had je Arendsoog die na elk gevecht een gebedje mompelde. Maar Bob, Arie en Jan hadden pistolen en geld, waren slimmer dan hun ouders, reisden door de hele wereld en in het begin van hun carriere vielen er zelfs doden. En daar was men niet aan gewend."

Het Christelijk Jonge Mannen Verbond omschreef de Bob Eversboeken als boeken met een 'stomme, gevaarlijke inhoud' "Wij hebben in Van der Heides werk geen grein opvoedkundige waarde kunnen ontdekken. Alles hangt van branie aan elkaar." De mannenbroeders hadden niet door dat uitgerekend deze eigenschappen er als koek in gingen bij een leesgraag jeugdpubliek dat baalde van de christelijke deugden, althans als die werden opgevoerd in boekvorm.

Van den Hout had een smet op zijn blazoen: in de oorlog schreef hij voor het pseudoverzetsblad De Gil, dat op een illegale krant leek, maar het tegendeel was. Van den Hout mocht daarom na de oorlog tien jaar geen journalist meer zijn. Een krypto-fascist die toevallig wel kon schrijven en nog beter vertellen.

E‚n hoofdstuk

Vraag: en hoe is het nu gekomen dat een auteur zomaar kruipt in de huid van een collega? Geen schizofrenie, geen wreed verscheurde ziel?

Peter de Zwaan legt geduldig uit dat zulks helemaal maar dan ook absoluut niet het geval is. "Er lag bij uitgeverij De Eekhoorn in Apeldoorn nog het onafgemaakte manuscript 33: Een zeegevecht met Watervrees. Bij De Eekhoorn verschenen ook mijn eigen Jeugdboeken over de held Tigran. Het was drie, vier jaar na Willy's dood. Er moest nog maar e'e'n hoofdstuk geschreven worden, zei de uitgever. Nou, dat bleek bepaald niet het geval te zijn. Er moest veel meer bij."

Rechten

De uitgeverij was zeer tevreden over het werk van De Zwaan, die toen nog enkele andere onafgemaakte manuscripten van Van der Heide moest be‰indigen. De oude meester, die mot had gehad met de uitgeverij omdat hij voor een vet bedrag eerst alle Bob Evers-rechten had verkocht en toen meer geld wilde, had een erfenis met een boobytrap achtergelaten. Zo was daar een zogenaamd bijna klaar manuscript, dat na lezing door De Zwaan bleek te bestaan uit tachtig pagina's nieuwe tekst, tachtig pagina's oude tekst, en een gloednieuwe laatste pagina. De uitgever was erin getuind als De Zwaan niet de doublure had ontdekt.

"Toen zijn we doorgegaan met het maken van nieuwe Bob Eversboeken. Ik heb wel eerst bij zijn zoon en dochter nagevraagd wat ze van mijn werk vonden. Ik had geen zin in verwijten als 'lijkenpikkerij' en gedoe over het erfdeel van vader. Maar ze waren uiterst tevreden."

En niet alleen de familie, ook de middelbare - fans; zagen aanvankelijk geen verschil en kinderen helemaal niet. Met wonderlijk aanpassingsvermogen had Peter de Zwaan het oeuvre van Van der Heide opgepakt en voortgezet. Dat is eerder gebeurd: Havank (H. van der Kallen), de schepper van De Schaduw, werd na zijn dood opgevolgd door Pieter Terpstra, en P. Nowee trad in de schrijfsporen van vader Jan, verwekker van Arendsoog en diens allochtone maatje Witte Veder.

De Bob Evers-Machine draait nu op volle toeren. Peter de Zwaan: "Ik veel verwantschap met Van der Heide; met de schrijver althans, niet met de mens, ik zelf hou niet van massa's groter dan drie man, en ik ga nooit naar de kroeg. Maar ik heb hetzelfde wat cynische gevoel voor humor, ik ben ook verzot op woordspelinkjes en woorden die een tikkeltje uit het lood geslagen zijn. En ik heb, en misschien telt dat zwaar mee, een vader gehad die een rasverteller was."

Geslachtsorganen

De schrijver is dood, lang leve de schrijver. Bob Evers haalt het jaar 2000 wel. Bob is de technicus, Arie het brein en Jan de financier. Ze worden doorlopend gebonden, beroofd, beschoten, hun wereld is vol schatten, boeven en geheimzinnige personages; geslachtsorganen schijnen ze niet te hebben en alle boekjes zijn vaag gesitueerd in een stilstaande tijd, hoewel De Zwaan af en toe iets actueels erbij doet ter wille van de plot. Zo handelt deel 40 in een periode na de val van de Berlijnse Muur. En maken de helden nu eerder gebruik van de fax dan van de telefoon.