home  -  tijd in BEeld  -  bibliografie  -  werken  -  feuilleton  -  nieuwsbrief  -  de media  -  zeijlstra  -  zeerust  -  diversen

gepubliceerd op 31/07/2000
laatste wijziging 10/11/2018
reacties en suggesties: e-mail naar simon kuipers  
Terug naar de
vorige pagina

lees meer uit De Volkskrant
11 oktober 1993

Na vijftig jaar hoeft Bob Evers niet langer onder de Dekens

'Sakkerloot, dikke - 't is weer bij de razende rinocerossen af!' De London tonic en Droste-flikken zijn niet van de lucht: Bob Evers bestaat vijftig jaar en is alive and kicking. Onlangs werd in kleine kring gevierd dat in 1943 in het blad Jeugd de eerste avonturen verschenen van (toen nog) Rob Evers. Uitgeverij de Eekhoorn meldt trots dat het vijf miljoenste exemplaar inmiddels aan de man is gebracht. En terwijl het Bob Evers Genootschap en de Bob Evers Nieuwsbrief al enige tijd een sluimerend bestaan leiden, verscheen een maand geleden het eerste standaardwerk voor de ware fanaten: Het verschijnsel Bob Evers, door John Beringen, compleet met encyclopedisch gedeelte.
Tussen 1950 en 1965 verschenen 52 Bob Evers-boeken, met titels als Tumult in een Toeristenhotel, Pyjamarel in Panama, Bombarie om een Bunker en Heibel in Honoloeloe. De avonturen van de dikke sproetige Arie Roos, de zuinige Jan Prins en de Amerikaan Bob Evers hadden al snel een hoog zaklamp-onder-de-dekens gehalte. In een tijd dat de meeste schooljongens als ze geluk hadden met zeven gulden vijftig op zak een weekje naar een jeugdherberg werden gestuurd, bevochten de drie helden muiters in de Stille Zuidzee, vliegtuigkapers in de Kalahari woestijn, valsemunters in Zwitserland en mensensmokkelaars in Mexico. Ze reden in de meest fantastische auto's rond, logeerden te pas en te onpas in extravagante hotels en hielden aan hun avonturen in totaal zo'n kwart miljoen gulden over. Jan Prins natuurlijk iets meer.
Arie, Jan en Bob hielden zich verre van de andere sekse, maar verder beleefden ze alles wat een tiener zich maar kan wensen. Van den Hout onderschatte zijn lezers niet; vaak werd hem verweten dat zijn boeken te 'volwassen' waren, te onhollands en pedagogisch weinig verantwoord.
Toen de schrijver W. van den Hout, alias Willem Waterman, alias Willy van der Heide eind jaren veertig het eerste deel van zijn serie kwam aanbieden bij vier uitgeverijen, kreeg hij nul op het rekest. 'Zo schrijf je geen jongensboeken', was het commentaar. Het klassieke begin van een succes-story. Van den Hout beantwoordde ook anderszins aan het klassieke, romantische beeld van een schrijver: hij dronk, was een rokkenjager, maakte gemakkelijk ruzie en schulden en slaagde erin veel raadsels rond zijn leven op te werpen. Zo werd hij beticht van dubieuze oorlogsactiviteiten. Van den Hout was medewerker van De Gil, een door de Duitsers opgezet blad, dat onder het mom van satire nazi-propaganda bedreef. Zelf hield hij tot zijn laatste snik vol dat hij een dubbelspel speelde. Overigens zou van den Hout hoogstpersoonlijk de term Dolle Dinsdag hebben verzonnen, wat gezien zijn manie voor alliteratie best mogelijk is.
In 1965 kwam een voorlopig einde aan de serie. Van den Hout liet wegens geldgebrek zijn royalty's afkopen voor ongeveer een ton. Maar hij onderschatte het succes van zijn schepping en bleek uiteindelijk aan het kortste eind te trekken. De schrijver meende toch nog aanspraak te kunnen maken op honorarium, maar daar kon volgens de uitgeverij geen sprake van zijn. Van den Hout verklaarde 'geen letter meer te schrijven voor de Eekhoorn' en staakte zijn werkzaamheden. Aan het eind van de jaren zeventig publiceerde hij min of meer illegaal bij een andere. uitgeverij nog twee Bob Evers-titels, die zelfs de verstokte liefhebbers teleurstelden. In 1985 overleed van den Hout, 69 jaar oud.
Hoewel het lezerspubliek zelf al lang ook eens over de grens vertoefde bleven de boekjes ook in de jaren zeventig en tachtig populair. Zo populair zelfs, dat na Van den Houts dood Peter de Zwaan, chef kunstredactie van het dagblad Tubantia, werd verzocht een poging te wagen de serie voort te zetten. Aldus gebeurde en de Zwaan voltooide inmiddels het laatste werk van Van den Hout, bewerkte de twee illegale delen en schreef er op eigen kracht drie bij met titels in de ware Bob Evers-geest: Superslag in een Supermarkt, Een Festival vol Verwikkelingen en Bouwbonje om een Staalskelet. En dus kunnen de fans, in tegenstelling tot die van Pietje Bell en de Kameleon, geregeld nieuwe titels scoren. En misschien alsnog lid worden van het Bob Evers Genootschap, waartoe men eerst een examen dient af te leggen met vragen als: waar is de fabriek van Bobs vader gevestigd? Wat veroorzaakte het Kabaal om de Varkensleren koffer? En wat zat er verstopt in het Koperen Kanon?
Van den Hout schijnt zelf ooit eens examen te hebben gedaan. Hij zakte.

Frank Ketelaar