home  -  tijd in BEeld  -  bibliografie  -  werken  -  feuilleton  -  nieuwsbrief  -  de media  -  zeijlstra  -  zeerust  -  diversen

gepubliceerd op 31/07/2000
laatste wijziging 16/08/2018
reacties en suggesties: e-mail naar simon kuipers  
Terug naar de
vorige pagina

3 maart 1979

Brullende Gedenkschriften

Het nieuwe leven van Willy van der Heide

Toen ik een nieuw leven ging beginnen door Willy van der Heide
Uitgeverij: Loeb & Van der Velden, 276 p. f 28,50
M. van Amerongen

De Amsterdammer pleegt types als Willem W. Waterman als 'een wietkoker' te omschrijven. Zijn advocaat noemde hem, ten overstaan van de Raad van Beroep voor de Perszuivering, 'een raisonnabele gek'. Zelf mag hij ook graag met zijn excentriciteit - zijn individualisme, zegt hij natuurlijk - coquetteren. Hij behoort tot het soort zonderlingen, dat cafédeuren opentrekt om 'Van nu af aan drink ik alleen nog maar Angola-koffie' te roepen. Erich Wichman was een specimen van de soort, evenals een man als Jacques Gans. Zij zijn een kwartier lang amusant. Daarna gaat het gesprek onvermijdelijk over negers, socialisten en de 'dametjes', zodat men beter in een ander hoekje van het café kan gaan zitten.

Willem W. Waterman heeft thans, onder zijn jongensboekenpseudoniem Willy van der Heide een deel zijner gedenkschriften gepubliceerd, onder de titel Toen ik een Nieuw Leven ging beginnen en uitgegeven door Loeb & Van der Velde. De Haagse Post heeft reeds vóór verschijning gewaagd van 'een schitterend en onvergetelijk portret van het mondaine en bohème leven in de jaren vijftig.' Daar kan ik het niet mee eens zijn. Dit boek gaat helemaal niet over de demi-monde. Dit boek gaat uitsluitend over drank.
De poging tot het aangaan van een Nieuw Leven kan als volgt worden samengevat: Eerst was WWV aan de fles. Toen was WWV even niet aan de fles (schuldeisers!). Vervolgens was WWV weer aan de fles. Einde.
Willem W. Waterman is, zoals bekend, de auteur van de succesvolle en amusante Bob Evers-serie. De hoofdpersonen van zijn boeken, zijn jonge vrienden Bob, Jan en Arie, leven in een tot de n-de macht verheven superwereld vol ontvoeringen, overvallen, klopjachten en bedrieglijke bankbreuken. Willem W. Waterman maakt daarentegen, zo blijkt uit zijn pasverschenen grote-mensenboek, helemaal niets mee. De actie blijft uitsluitend beperkt tot wat infantiel getier in het café, geboekstaafd met de plechtstatige kapitalen (de Voorbeschikking, het Leven, het Fatum, de Oerwil) van Olle Kapoen en Winnie the Pooh en dialogen die doen denken aan De Rekels van 5A:
"Vrienden en Minnares," antwoordde ik, aangedaan. "Hoe aangrijpend om u in deze omstandigheden weer te zien." "Willem!" sprak Reinier. "Uw dulcinea Annelies heeft ons gisteren opgebeld om ons kond te doen omtrent de meest recente ontwikkelingen in uw roemrucht leven. Gij kunt er verzekerd van zijn, onze vriend..."
Etcetera. De auteur heeft überhaupt iets tegen normale woorden. Een borrel is bij hem een oorlam. Een taxi heet een taximobiel. Een auteur (als hij) heet coquet 'een boekenschrijver '. De zaken lopen niet uit de hand, maar uit de klavieren. De in de HaagsAmsterdamse bohème niet onbekende krachtterm godverdomme is vervangen door 'Dat mag Allah weten'. Verder getuigt WWV regelmatig van zijn heimwee naar die eerste naoorlogse jaren, toen het een 'heerlijk rommeltje' was, men nog ongestraft mocht claxonneren en het straatbeeld nog niet vergeven was door Duitse toeristen - 'Die waren we net kwijt.'
We?
Na lezing van het boek was ik, behalve een beetje dorstig ook een beetje doof. Want Waterman spreekt bij voorkeur op megafoonsterkte:
' "Uiteraard!" brulde ik.'
' "Let op!" brulde ik ineens.'
' "Waar is Gladys?" brulde hij me toe.'
' "Dat ik dat zelf niet bedacht heb!" brulde hij toen ineens.'
'Ik zat enkele tellen doodstil en begon dan te brullen van het lachen.'
' "Marjon!" brulde ik.
' "Waar is mijn vrouw, g'dome!?" '
'Hooggeëerd Publiek, ik besef dat dit verhaal bezig is, een bruller te worden...'
'Hij doet dat wel meer, pap, ' zegt mijn zoontje van dertien en overhandigt mij een exemplaar van 'Lotgevallen rond een Locomotief', waarin het kind ten mijner gerieve een paar passages heeft aangestreept:
'... want Maten begon een liederlijk gebrul aan te heffen: "Hellep-Hellep!" '
'Bob begon rauw te brullen.'
'Arie brulde, vanuit de kamers: "Spiertje trekken!" '
'Bob brulde: "Hei, lui kalf!" '
'Jan begon te brullen van de lach.
Een hoofd kwam uit het open raam en brulde: "Heb je pech?" Bob ' brulde terug: "Nee, alles in orde."
' Ik had zelf net een vroege Waterman herlezen, in 1943 verschenen onder de eigenaardige titel: 'Wie zei je dat je in dezen tijd niet kon lachen?' Ook in dit werk wordt onbekommerd van de stembanden gebruik gemaakt:
' "Kom mee" gilde ik.'
' "hela" gilde ik.'
' "Rust !" gilde ik.'
' "Afwisseling!" gilde ik.'
' "Ik ben wel een cactus," gilde hij.'
' "Ik ga naar de politie!" gilde de man.'
Nee, Willem W. Waterman is nooit een groot auteur geweest en hij zal ook nooit een groot auteur worden. Je zou toch denken, dat een boekenschrijver met zijn ervaring en productiviteit in staat moet zijn tot een zekere thematische en stilistische evoluering. Zo niet Willem W. Waterman. Toen ging het over de kroeg. Thans gaat het over de kroeg. Toen was hij de man van de Gil. Nu is hij de man van de Brul. Die man is helemaal geen boekenschrijver. Die man is gewoon een stuk burengerucht op alcoholbasis.